Demissionair kabinet mag verblijfsrecht Tanzaniaan intrekken, oordeelt rechtbank

Gepubliceerd op 10/08/2023 00:00 in Binnenland

Het demissionaire kabinet heeft van de rechtbank toestemming gekregen om het verblijfsrecht van een Tanzaniaan, die uit Oekraïne is gevlucht, in te trekken. Deze man behoort tot de groep derdelanders die uit Oekraïne zijn gevlucht, maar oorspronkelijk afkomstig zijn uit andere landen. De overheid heeft bepaald dat zij Nederland uiterlijk op 4 september moeten verlaten, tenzij zij asiel aanvragen.

Deze uitspraak is van groot belang vanwege de situatie van honderden andere derdelanders. Aanvankelijk hadden zij dezelfde rechten als Oekraïense vluchtelingen, wat betekende dat ze mochten werken en onderdak konden krijgen in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners.

Een jaar geleden kondigde de overheid echter aan dat dit recht voor niet-Oekraïners zou worden beëindigd, omdat er misbruik van werd gemaakt. Er waren mensen die beweerden vluchtelingen uit Oekraïne te zijn, terwijl dat niet het geval was.

In juli trokken gemeenten en asieladvocaten aan de bel over deze situatie. Van de 2300 derdelanders had slechts 500 mensen zich aangemeld voor de asielprocedure in Nederland. De overigen zouden te horen krijgen dat ze moesten vertrekken volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Volgens de rechtbank Rotterdam heeft de overheid het recht om zelf te bepalen wie onder de beschermingsrichtlijn valt en mag het dat recht ook intrekken voor mensen die niet onder de Europese regels vallen.

De Europese regelgeving schrijft voor dat mensen in ieder geval beschermd moeten worden als ze Oekraïens zijn, staatsloos zijn of een derdelander zijn met een permanente verblijfsvergunning. Daarnaast is er een mogelijkheid om mensen onderdak te bieden als ze niet aan deze voorwaarden voldoen.

In deze specifieke zaak gaat het om een 33-jarige Tanzaniaan die een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne had en naar Nederland vluchtte na het uitbreken van de oorlog. Zijn verblijfsvergunning in Oekraïne liep in oktober 2022 af.

Advocaat Wil Eikelboom, die betrokken was bij deze zaak, begrijpt de uitspraak van de rechtbank niet en gaat in beroep. Hij stelt dat als een groep eerst onder de beschermingsrichtlijn valt, dit niet zomaar kan worden ingetrokken. Hij vergelijkt het met het geven van een vergunning voor gezinshereniging, die niet ineens kan worden ingetrokken.

Eikelboom verwacht nog twee uitspraken over vergelijkbare gevallen in de komende weken. Pas wanneer de Raad van State zich hierover buigt, zal er echt duidelijkheid zijn. Hij vreest echter dat er chaos kan ontstaan als mensen eerst uit de opvang moeten vertrekken en de Raad van State uiteindelijk bepaalt dat ze mogen blijven.

Vluchtelingenwerk geeft aan dat zij de uitspraken in de overige elf zaken afwachten en hopen op een snel oordeel van de Raad van State. Volgens de organisatie komt de uitspraak van de rechtbank niet overeen met de zorgen die eerder zijn geuit door advocaten, wetenschappers en Vluchtelingenwerk.

Vluchtelingenwerk roept demissionair staatssecretaris Van der Burg (Asiel) op om de regeling voorlopig niet stop te zetten totdat er een uitspraak is van de Raad van State. Ze stellen dat het zowel in het belang van gemeenten als derdelanders zelf is dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet voordat de Raad van State uitspraak heeft gedaan.

Lees meer nieuws in binnenland