Acht geadopteerden dagvaarden de Staat voor nalatigheid bij adoptie uit Sri Lanka in jaren tachtig
Gepubliceerd op 25/07/2023 23:00 in Binnenland
Acht geadopteerden hebben een rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse Staat wegens nalatigheid bij hun adoptie uit Sri Lanka in de jaren tachtig. Volgens de adoptees heeft de overheid gefaald door niet in te grijpen, terwijl zij op de hoogte was van de misstanden. De geadopteerden eisen dat de overheid deze nalatigheid erkent en de kosten vergoedt die zij hebben gemaakt om hun afkomst te achterhalen.
Advocaat Mark de Hek, die namens de adoptees de juridische procedures heeft gestart, verklaart: "We willen dat de rechter bevestigt dat de overheid verantwoordelijk is voor de schade die deze acht mensen hebben geleden." Hiermee hopen zij ook gerechtigheid te krijgen voor andere geadopteerden in een vergelijkbare situatie.
Al tientallen jaren is bekend dat er veel misging bij adopties uit Sri Lanka. De eerste signalen hiervan dateren uit 1979. Sindsdien zijn er regelmatig verhalen naar buiten gekomen over valse dossiers, kinderroof, "babyfarms" en mensenhandel. In 1987 werd uit een Sri Lankaans onderzoek duidelijk dat het merendeel van de adopties illegaal was.
Uit het rapport van de commissie-Joustra in 2021, dat op verzoek van de overheid onderzoek deed naar de rol van Nederland bij interlandelijke adoptie, bleek dat de Nederlandse staat al sinds het begin van de jaren tachtig herhaaldelijk op de hoogte was gebracht van deze misstanden vanuit Sri Lanka. De misstanden omvatten onder andere babyfarming en kinderroof. De commissie concludeerde dat Nederland niet heeft ingegrepen en geen oplossingen heeft geboden.
Pas in 1997 kwam er een einde aan deze adopties. In totaal werden er tussen 1973 en 1997 ongeveer 3400 kinderen uit Sri Lanka naar Nederland gehaald. Meer dan 2400 van deze kinderen werden via bemiddelingsbureau Flash naar Nederland gebracht, dat deskundigen beschouwen als betrokken bij illegale adoptiepraktijken.
Deze praktijken hebben geleid tot vele vragen over afkomst bij de geadopteerden. Serani van der Helm, 31 jaar oud en afkomstig uit Helmond, heeft bijvoorbeeld een foto van zichzelf in de armen van een vrouw tijdens haar adoptie in 1986. In haar dossier staat vermeld dat de vrouw haar moeder was, die haar vrijwillig had afgestaan. Echter, later ontdekte ze dat deze vrouw een nepmoeder was.
Sam van den Haak uit Zevenaar heeft eveneens veel vragen over haar adoptie. In haar adoptiedossier staat haar geboortedatum als 7 april, maar op haar paspoort staat 4 juli, precies omgedraaid. In haar oude Sri Lankaanse paspoort is er met pen geknoeid, waardoor het onduidelijk is wat de juiste datum is. Ze ontdekte pas veel later op eigen kracht haar familie te kunnen opsporen, waarbij haar oma haar vertelde dat ze in werkelijkheid op 17 december is geboren.
Deze duidelijke aanwijzingen van nalatigheid van de overheid worden benoemd door advocaat De Hek. Tot nu toe heeft de overheid alle aansprakelijkheid afgewezen. De Hek stelt dat "de ambassade ervoor moet zorgen dat een adoptie juridisch in orde is voordat een verblijfsvergunning wordt verleend". Door de signalen over misstanden te negeren, heeft de overheid gefaald in haar rol als toezichthouder en visumverstrekker.