Nederlandse woonwijken moeten hittebestendiger worden, maar vertraging bij gemeenten zorgt voor obstakels
Gepubliceerd op 18/07/2023 02:00 in Binnenland
Nederlandse woonwijken zijn onvoldoende voorbereid op extreme weersomstandigheden zoals hitte, droogte en hevige regenval, zoals recentelijk bij Storm Poly. Dit stellen experts en verschillende organisaties. Om deze wijken beter bestand te maken tegen hitte, is het volgens wetenschappers noodzakelijk om meer groen aan te leggen in de openbare ruimte, zoals plantsoenen en bomen. Hierdoor kan er tevens overtollig water worden opgevangen en opgeslagen na hevige regenbuien. Tegels en brede straten zouden moeten plaatsmaken voor bomen en ondergrondse wateropvang.
Ondanks de wil om tuinen, straten en zelfs hele wijken aan te pakken, ervaren initiatiefnemers vertraging bij gemeenten. Hoewel gemeenten hebben afgesproken om sinds 2020 projecten 'klimaatadaptief' uit te voeren, verloopt de uitvoering hiervan trager dan gepland. Een van de oorzaken van deze vertraging is de onduidelijkheid over welke instantie verantwoordelijk is voor de aanpak van hitte. Terwijl water bijvoorbeeld door de gemeente wordt beheerd, bestaat er in veel gemeenten geen specifieke instantie die belast is met de aanpak van hitte.
Jeroen Kluck, lector aan de Hogeschool van Amsterdam, doet onderzoek naar de hittebestendige stad. Volgens hem verloopt de uitvoering van deze plannen ook traag doordat er op een klein stuk grond veel tegelijkertijd moet gebeuren. Energie, waterbeheer en hittebestrijding moeten allemaal tegelijkertijd worden aangepakt. Kluck merkt op dat gemeenten weliswaar plannen maken, maar dat hittebestrijding vaak wordt verwaarloosd tijdens de uitvoering, omdat er te weinig belang aan wordt gehecht.
Kluck benadrukt dat het niet ingewikkeld hoeft te zijn om wijken hittebestendig te maken. Het draait met name om het planten van (grote) bomen. "Schaduw is de belangrijkste maatregel tegen hitte", aldus Kluck.
In de Zwolse wijk Assendorp is het buurtcollectief 50 Tinten Groen Assendorp bezig met een reeks klimaatmaatregelen. Assendorp is een versteende wijk uit de jaren 30, waar de woningen onvoldoende geïsoleerd zijn en de riolering niet berekend is op grote hoeveelheden regenval. Bovendien zijn er bijna geen bomen te vinden in de straten. Ook dit collectief ondervindt vertraging vanuit de overheid. Volgens initiatiefnemer Olaf Heinen pakt de gemeente elk probleem afzonderlijk aan en ontbreekt er een integraal plan.
Een ander obstakel is de planning. Om een wijk zoals Assendorp aan te pakken, zijn bedrijven en opdrachtgevers afhankelijk van elkaars agenda, terwijl de initiatiefnemers alles tegelijkertijd willen aanpakken. Marian Stuiver, programmaleider Green Cities aan de Wageningen Universiteit, geeft aan dat er vaak wordt gewacht op een moment waarop alles in één keer kan worden gedaan, zoals het planten van bomen wanneer de riolering wordt vervangen. Volgens Stuiver ontbreekt het aan regie. Zij pleit ervoor dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten deze rol op zich neemt. "Er zijn genoeg ideeën, nu moet de uitvoering nog worden gerealiseerd", aldus Stuiver.