Onenigheid over beperken nareizigers leidt tot val kabinet-Rutte IV

Gepubliceerd op 10/07/2023 21:00 in Binnenland

Het kabinet-Rutte IV is uiteindelijk gevallen vanwege onenigheid over het beperken van het aantal zogeheten nareizigers. Vooral de VVD en de ChristenUnie stonden lijnrecht tegenover elkaar bij de onderhandelingen over asielmaatregelen. Het ging hierbij specifiek om het aantal mensen dat zou worden toegelaten en hoeveel minder mensen er bij een akkoord naar Nederland zouden komen.

De VVD wilde onderscheid maken tussen twee categorieën vluchtelingen: zij die persoonlijk worden bedreigd (categorie A) en zij die vluchten voor oorlog of geweld (categorie B). Voor de laatste categorie wilden zij een maximum van 200 nareizende familieleden per maand instellen, maar de ChristenUnie wilde hier geen verantwoordelijkheid voor nemen.

Om te begrijpen wie er mogen nareizen, moet gekeken worden naar het kerngezin. Een asielzoeker die een vergunning heeft gekregen en mag blijven, kan direct daarna een aanvraag tot nareis indienen voor familieleden die tot het kerngezin behoren. Dit omvat een (huwelijks)partner en thuiswonende (pleeg)kind(eren) onder de 25 jaar, mits ze nog bij het gezin horen. In het geval van een alleenstaande minderjarige asielzoeker geldt dat ook voor ouders, broers en zussen. Opa's, oma's, ooms en tantes vallen buiten het kerngezin, tenzij er sprake is van bijzonder schrijnende omstandigheden die voldoen aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Vorig jaar kwamen er in totaal 10.915 nareizigers naar Nederland. Hiervan waren ruim 8100 mensen afkomstig uit oorlogslanden (categorie B), waarvan de meesten uit Syrië, gevolgd door Eritrea en Jemen. De plannen die op tafel lagen, zouden het aantal nareizende familieleden uit deze categorie beperken tot 2400 per jaar of 200 per maand. Voor 2022 zou dit hebben betekend dat er 5700 mensen minder toegelaten zouden zijn.

Ter vergelijking, in hetzelfde jaar kwamen er 108.000 ontheemden uit Oekraïne en 129.000 migranten uit EU-landen naar Nederland voor werk of gezin.

ChristenUnie-leider Mirjam Bikker benadrukte dat het maar om zo'n 5000 nareizende familieleden zou gaan en vroeg zich af waarom de VVD zo sterk vasthield aan het beperken hiervan, terwijl er wel honderdduizenden arbeidsmigranten naar Nederland mogen komen.

Het 'stapelen' van gezinsherenigingsprocedures, waarbij vluchtelingen gezinsleden laten overkomen die vervolgens weer andere familieleden laten overkomen, was een zorg voor minister Yesilgöz. Het ministerie van Justitie heeft echter geen duidelijkheid over hoe vaak dit voorkomt en er wordt momenteel onderzoek naar gedaan.

Volgens VluchtelingenWerk komt 'stapelen' bijna niet voor en is dit alleen het geval wanneer een nagereisd gezinslid nog recht heeft op hereniging met een ander eigen gezinslid. Hereniging met gezinsleden buiten het kerngezin komt sowieso zelden voor, en dan alleen in uitzonderlijk schrijnende omstandigheden waarbij een beroep wordt gedaan op artikel 8 van de EVRM-procedure.

Met de huidige beslistermijnen en -praktijk kan het stapelen van procedures tot wel zes jaar duren, wat volgens VluchtelingenWerk zeer tijdrovend is.

De val van het kabinet-Rutte IV laat zien dat de onenigheid over het beperken van het aantal nareizigers een struikelblok was. Het is duidelijk dat de VVD en ChristenUnie verschillende standpunten hebben over dit onderwerp en dat dit heeft geleid tot het onvermijdel

Lees meer nieuws in binnenland