Risico op longontsteking door geitenhouderijen in Nederland

Gepubliceerd op 27/12/2025 04:00 in Binnenland

Uit een inventarisatie van het Financieele Dagblad blijkt dat de meeste geitenhouderijen in Nederland zich op een korte afstand van instellingen voor kinderen en ouderen bevinden, wat kan leiden tot gezondheidsklachten. Ongeveer 60 procent van de geitenhouderijen ligt op minder dan een kilometer afstand van deze instellingen, waarvan 20 procent zelfs binnen een halve kilometer.

Mensen die binnen een kilometer van een geitenhouderij wonen, hebben 19 procent meer kans op een longontsteking dan gemiddeld in Nederland. Voor mensen die binnen 500 meter van een geitenhouderij wonen, is de kans zelfs 73 procent hoger.

In samenwerking met Company.info heeft het FD de bedrijfsregistraties van 368 geitenhouderijen verzameld en een lijst opgesteld van "gevoelige bestemmingen", zoals basisscholen, kinderopvang en zorginstellingen. De Gezondheidsraad benoemt deze locaties als plekken waar kwetsbare groepen langere tijd verblijven, waardoor zij extra risico lopen.

De Gezondheidsraad pleit voor maatregelen om de gezondheidsrisico's te verminderen. Voorzitter Karien Stronks benadrukt dat vooral kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen moeten worden beschermd. De raad adviseert om niemand langdurig binnen een straal van een kilometer van een geitenhouderij te laten verblijven.

Het is nog onduidelijk waarom de kans op longontsteking toeneemt voor mensen die dicht bij geitenhouderijen wonen. Mogelijke oorzaken zijn fijnstof, endotoxinen en micro-organismen die vanaf de geitenboerderij worden verspreid.

Volgens het FD bevinden de meeste geitenhouderijen die in de buurt van kwetsbare instellingen liggen zich in Noord-Brabant. De provincie heeft 145 gevoelige instellingen in de buurt van 62 geitenhouderijen, waarvan 29 instellingen zelfs binnen een straal van een halve kilometer liggen.

Hoogleraar milieu-epidemiologie Lidwien Smit waarschuwt dat data-inventarisaties op basis van KvK-gegevens geen volledig beeld geven, omdat de exacte locatie van dieren en stallen niet altijd overeenkomt met de bedrijfslocatie. Dit maakt het lastig om een nauwkeurig beeld te krijgen van de situatie.