Advies om mobieltjes uit klaslokaal te weren positief ontvangen door belangenorganisaties in voortgezet onderwijs
Gepubliceerd op 04/07/2023 23:00 in Binnenland
Belangenorganisaties in het voortgezet onderwijs zijn blij met het advies van het ministerie om mobieltjes uit het klaslokaal te weren. Eerder zagen de onderwijsministers Dijkgraaf en Wiersma hier nog niets in en vonden zij dat de scholen dit zelf moesten regelen.
Na gesprekken met betrokkenen, op aandringen van de Kamer, is er nu verandering gekomen in de visie van minister Dijkgraaf. Hij erkent dat mobieltjes in het klaslokaal een verstorende werking hebben, de concentratie weghalen en de leerprestaties negatief beïnvloeden.
Vanaf 1 januari 2022 geldt voor middelbare scholen de richtlijn dat mobieltjes, tablets en smart-horloges niet zijn toegestaan in de klas, tenzij er sprake is van een educatieve of medische reden. Scholen krijgen de vrijheid om in samenspraak met leraren, ouders en leerlingen de specifieke regels hierover vast te stellen. Na een periode van zes maanden zal minister Dijkgraaf beoordelen of er aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals een wettelijk verbod.
Leerlingen van scholengemeenschap De Meergronden in Almere erkennen dat zij vaak tijdens de les op hun mobieltje zitten. Henk Hagoort van de scholenorganisatie VO-raad meldt dat 30 procent van de scholen de afgelopen maanden al strengere afspraken heeft gemaakt. Hagoort hoopt dat ook andere scholen met docenten, leerlingen en ouders beoordelen of de bestaande afspraken overeenkomen met de nieuwe richtlijn. Het doel is om onnodige afleiding in de klas te voorkomen en mobieltjes alleen te gebruiken wanneer deze de les ten goede komen en de docent kunnen ondersteunen.
De scholierenvakbond LAKS, vertegenwoordigd door voorzitter Rafke Hagenaars, geeft aan dat zij het ondertekend hebben omdat zij merken dat leerlingen afgeleid worden. Hoewel LAKS van mening is dat mobieltjes onmisbaar zijn geworden voor scholieren, ondersteunen zij de richtlijn omdat is afgesproken dat mobieltjes in de klas wel voor educatieve doeleinden gebruikt mogen worden.
Stichting Ouders & Onderwijs ziet de richtlijn als steun voor ouders die hun kinderen het liefst verbieden om tijdens de les met hun mobieltje bezig te zijn. Directeur Lobke Vlaming geeft aan dat het voor ouders moeilijk is om dit alleen te doen, vooral wanneer vriendjes wel toestemming hebben. De collectieve afspraken bieden ouders de gewenste ondersteuning.
De onderwijsvakbond AOb voerde eerder dit jaar een enquête uit onder docenten. Bestuurslid Jelmer Evers geeft aan dat nog nooit eerder een peiling zo snel werd ingevuld. Maar liefst 73 procent van de leden in het voortgezet onderwijs is voorstander van een landelijk verbod op mobieltjes in de klas.
Voor het primair onderwijs, waar 54 procent van de docenten voor een mobieltjesverbod is, is het nog niet duidelijk of er ook een richtlijn komt. Voorzitter Freddy Weima van de PO-Raad, de belangenvereniging van scholen in het basis- en speciaal onderwijs, meldt dat er in het najaar overleg hierover zal plaatsvinden. Het probleem in het primair onderwijs is echter kleiner, waardoor extra regels overwogen moeten worden als er een besluit wordt genomen.
Voor het mbo en hoger onderwijs geldt de richtlijn in ieder geval niet.