Provincie Utrecht komt met plan voor vergunningverlening in 2027

Gepubliceerd op 27/11/2025 16:00 in Binnenland

De provincie Utrecht heeft vandaag een nieuw plan gepresenteerd om vanaf 2027 weer vergunningen te verlenen aan boeren, andere ondernemers en bouwers in de regio. Door ingrijpende maatregelen wil de provincie de stikstofuitstoot geleidelijk laten dalen en zo voldoen aan natuurbeschermingsregels.

Momenteel ligt vergunningverlening in het hele land vrijwel stil vanwege de te hoge stikstofuitstoot die schadelijk is voor Natura 2000-gebieden. Rechters hebben herhaaldelijk geëist dat de totale stikstofuitstoot moet verminderen voordat er meer stikstof mag worden uitgestoten.

Het plan van Utrecht omvat een geleidelijke daling van de stikstofuitstoot met als doel in 2035 een reductie van 46 procent te bereiken. De provincie trekt hiervoor 280 miljoen euro uit. Boeren krijgen tien jaar de tijd om hun stikstofuitstoot te verlagen, met monitoring na drie jaar.

Gedeputeerde Mirjam Sterk heeft drie jaar aan het plan gewerkt en benadrukt dat boeren duidelijkheid en autonomie willen om hun bedrijven te verduurzamen. Een groot deel van de boeren in Utrecht heeft momenteel geen volledige vergunning en loopt risico op gedwongen maatregelen.

Het plan omvat ook maatregelen zoals het verminderen van mestuitrijding rond overbelaste natuurgebieden, beperking van gewasbeschermingsmiddelen en verhoging van het grondwaterpeil. Hiermee wil Utrecht niet alleen het stikstofprobleem aanpakken, maar ook bijdragen aan natuurherstel en klimaatverbetering.

Het plan van Utrecht is uniek omdat het een integrale aanpak biedt voor klimaat-, water- en natuurproblemen. Andere provincies hebben voornamelijk maatregelen aangekondigd die gericht zijn op het oplossen van het stikstofprobleem. Gedeputeerde Sterk zal demissionair minister Wiersma informeren over het plan, waarna het in het begin van volgend jaar ter inzage zal liggen voor feedback van belanghebbenden. Later dat jaar zal het definitieve plan worden vastgesteld door het provinciebestuur.