Artikel 23 versus gelijkheidsbeginsel: CDA-leider Bontenbal verdedigt religieus onderwijs
Gepubliceerd op 21/10/2025 06:00 in Binnenland
CDA-leider Henri Bontenbal heeft in een interview met Nieuwsuur aangegeven dat de spanning tussen vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, en het gelijkheidsbeginsel, artikel 1, een probleem is dat we moeten accepteren. Hij benadrukt dat meningsverschillen in een pluriforme samenleving onvermijdelijk zijn.
Volgens Bontenbal levert reformatorisch onderwijs, waar hij zelf ook heeft gezeten, voorbeeldige leerlingen af. Hij erkent echter dat botsende waarden, zoals het afwijzen van homoseksualiteit, tot problemen kunnen leiden voor homoseksuele kinderen. Hij stelt dat scholen een religieuze visie mogen uitdragen, ook al deelt hij die mening niet.
Bontenbal vindt dat het accepteren van verschillende denkbeelden essentieel is voor een democratie. Hij benadrukt dat scholen de ruimte moeten krijgen om onderwijs vorm te geven zoals zij dat willen, binnen de grenzen van de rechtsstaat. Hoewel de overheid scholen verplicht om burgerschapswaarden te respecteren, zoals gelijkheid en non-discriminatie, vindt Bontenbal dat vrijheid van onderwijs een fundamenteel recht is dat gerespecteerd moet worden.
Recent onderzoek van Nieuwsuur toonde aan dat religieuze scholen soms botsen met democratische normen, zoals de acceptatie van homoseksualiteit en gendergelijkheid. CDA-prominenten, zoals Derk Boswijk, hebben verschillende standpunten ingenomen over deze kwestie. Boswijk benadrukte bijvoorbeeld dat het leren van ongelijkheid tussen man en vrouw op school onacceptabel is, ook al waardeert hij artikel 23.
Het debat over de verhouding tussen religieus onderwijs en democratische waarden blijft dus actueel. Bontenbal benadrukt dat het essentieel is om ruimte te geven aan diverse opvattingen in de samenleving, zelfs als deze met elkaar in conflict komen. Het dilemma tussen vrijheid van onderwijs en gelijkheidsbeginsel zal naar verwachting blijven bestaan.