Hoge Raad: demissionair kabinet beslist over export F-35-onderdelen naar Israël
Gepubliceerd op 03/10/2025 12:00 in Binnenland
De Hoge Raad heeft bepaald dat het demissionaire kabinet zelf moet beslissen over de export van F-35-onderdelen naar Israël. Vorig jaar februari oordeelde het gerechtshof dat Nederland moest stoppen met deze export, maar de Nederlandse regering was het hier niet mee eens en stapte naar de Hoge Raad.
Volgens de Hoge Raad is het Hof te ver gegaan door op de stoel van de minister te gaan zitten. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp moet nu opnieuw naar de exportvergunning voor de F-35-onderdelen kijken en daarbij de humanitaire component meenemen.
De minister heeft zes weken de tijd om een nieuw besluit te nemen, dus tot die tijd wordt de export van de onderdelen naar Israël niet hervat.
Nederland levert F-35-onderdelen aan meerdere landen en hiervoor is een exportvergunning vereist. De voormalige minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkeling verleende in 2016 een vergunning voor onbepaalde tijd. Na de terreuraanval van Hamas in oktober 2023 heeft de minister de vergunning opnieuw beoordeeld en besloten deze te handhaven, waardoor export naar Israël mogelijk was.
Na een zaak van Oxfam Novib, Pax Nederland en The Rights Forum is de export van F-35-onderdelen naar Israël sinds half februari 2024 niet toegestaan.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof zijn bevoegdheden heeft overschreden. Het Hof vond dat de minister niet had beoordeeld of er een duidelijk risico op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bestond, en concludeerde zelf dat dit risico er was. De Hoge Raad vindt dit te ver gaan en stelt dat de minister de opdracht had moeten krijgen om de vergunning opnieuw te beoordelen.
Als de minister vaststelt dat er een duidelijk risico bestaat op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bij het gebruik van de vergunning, mag hij het gebruik ervan niet langer toestaan, aldus de Hoge Raad.