Reformatorische en islamitische scholen in Nederland botsen met democratische waarden
Gepubliceerd op 29/09/2025 08:00 in Binnenland
Uit een onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat verschillende reformatorische en islamitische scholen in Nederland boodschappen uitdragen die in strijd zijn met democratische waarden zoals gelijkheid en verdraagzaamheid. Zowel de onderwijsinspectie als het ministerie van Onderwijs hebben gereageerd op deze bevindingen.
De onderwijsinspectie benadrukt het belang van gelijkwaardige behandeling van alle leerlingen en het creëren van een veilige omgeving op school. Hoewel er zelden sprake is van scholen die in strijd handelen met basiswaarden, zal de inspectie handhavend optreden wanneer dat wel het geval is. Discriminatie, zoals homofobie en islamofobie, komt op scholen van alle onderwijsstromingen voor. De inspectie heeft vragen bij enkele voorbeelden uit het onderzoek en ziet potentiële risico's met betrekking tot de basiswaarden. Zodra de identiteit van de scholen bekend is, zal de inspectie de context van de situaties nader onderzoeken en indien nodig verdere stappen ondernemen.
Het ministerie van Onderwijs benadrukt dat hoewel scholen vrijheid hebben om hun religieuze opvattingen over te brengen, dit altijd binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat moet gebeuren. Het uitdragen van religieuze opvattingen mag nooit ten koste gaan van het bevorderen van democratische basiswaarden. Het ministerie benadrukt het belang van veiligheid en het recht van ieder kind om zichzelf te kunnen zijn op school. Het afwijzen van discriminatie en het bevorderen van verdraagzaamheid zijn essentiële elementen van de democratische rechtsstaat en scholen dienen hier actief tegenwicht aan te bieden.
Hoewel er een botsing kan zijn tussen religieuze opvattingen en seculiere waarden, dienen scholen de grenzen van de democratische rechtsstaat te respecteren. Het informeel onderwijs moet ook voldoen aan de burgerschapsopdracht en het toezicht op dergelijk onderwijs zal in deze context worden bekeken. Het uitdragen van religieuze opvattingen mag niet leiden tot discriminatie, maar vanwege de godsdienstvrijheid kan de overheid niet altijd ingrijpen. Het ministerie benadrukt dat de normen binnen het informeel onderwijs altijd in het licht van de vrijheden moeten worden geïnterpreteerd.