Raad van State: Demissionair asielminister mag nog steeds verblijfsvergunningen verlenen

Gepubliceerd op 27/08/2025 13:00 in Binnenland

De Raad van State heeft vandaag geoordeeld dat demissionair asielminister Van Weel nog steeds verblijfsvergunningen kan verlenen in schrijnende gevallen. Hierdoor is hij verplicht om alsnog de aanvraag van een Iraakse man te beoordelen.

De uitspraak is gedaan in de zaak van de Iraakse man die een verblijfsvergunning vanwege schrijnende omstandigheden had aangevraagd. De minister had de aanvraag niet behandeld omdat hij dacht dat hij niet meer de bevoegdheid had om dit te doen.

Een verblijfsvergunning in schrijnende omstandigheden is bedoeld voor mensen die geen recht hebben om te blijven op basis van ander beleid, maar die om humanitaire redenen toch in Nederland mogen blijven.

Van Weel had verwezen naar een wijziging in het Vreemdelingenbesluit van 2019, waarbij de discretionaire bevoegdheid was overgeheveld naar de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Desondanks heeft de Raad van State geoordeeld dat de discretionaire bevoegdheid van de minister nog steeds in de vreemdelingenwet is vastgelegd en dat de wijziging van het Vreemdelingenbesluit daar geen invloed op heeft. Dit betekent dat Van Weel wel degelijk de bevoegdheid heeft om de aanvraag te beoordelen.

De Raad van State benadrukt dat een bevoegdheid die is vastgelegd in een wet niet zomaar kan worden ingeperkt door lagere regelgeving, zoals een algemene maatregel van bestuur. Als Van Weel de aanvraag opnieuw wil afwijzen, zal hij dus met meer argumenten moeten komen dan alleen het feit dat hij dacht de bevoegdheid niet meer te hebben.

Lees meer nieuws in binnenland