Poppodia worstelen financieel ondanks groei in bezoekersaantallen
Gepubliceerd op 09/08/2025 14:00 in Binnenland
In 2024 belandden steeds meer poppodia in de rode cijfers, ondanks een toename in belangstelling en meer bezoekers dan het jaar ervoor. De Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) heeft de cijfers van 59 poppodia vergeleken en ontdekt dat meer dan de helft van hen vorig jaar met verlies afsloot.
De totale inkomsten van de poppodia bedroegen in 2024 253 miljoen euro, een stijging van 12 procent in vergelijking met 2023. Echter, de uitgaven stegen met meer dan 14 procent. Dit wordt toegeschreven aan de inflatie die flink heeft toegeslagen, vooral in de personeelskosten en artiestengages.
Van de 74 podiumleden van de VNPF is 98 procent een non-profitorganisatie, wat betekent dat deze podia het financieel zwaar hebben. Veel poppodia zijn afhankelijk van gemeentelijke subsidies, maar deze subsidies indexeren vaak niet mee met de inflatie. Steden zoals Tilburg, Utrecht en Amsterdam investeren meer in cultuur en zien dit als een investering die zichzelf terugbetaalt door meer uitgaven in omliggende horeca en hotels aan te trekken.
Het rode cijfer resulteert in een mogelijke verschraling van het muziekaanbod omdat er voornamelijk wordt bespaard op 'risicovolle programma's', zoals minder bekende nieuwe talenten. Directeur Jos Feijen van de Effenaar in Eindhoven is genoodzaakt om voorzichtiger te programmeren en minder risico's te nemen.
In Breda groeide Mezz van 50.000 naar 72.000 bezoekers, maar sloot toch het jaar af met een negatief saldo. Directeur Rik Peters maakt zich zorgen over de stijgende kosten en onderwaardering van popmuziek in de verdeling van gemeentelijke subsidies.
Ondanks de financiƫle tegenslagen zijn er ook poppodia die positiever zijn over de toekomst. Bird in Rotterdam wist een tekort van 50.000 euro op te vangen door noodfondsen van de gemeente en heeft ervoor gekozen om te blijven investeren in talentontwikkeling.