Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam trekt duizenden mensen aan

Gepubliceerd op 04/05/2025 20:00 in Binnenland

Op de Dam in Amsterdam zijn vele duizenden mensen bijeengekomen voor de dodenherdenking. Anders dan vorig jaar is er dit keer geen vereiste voorafgaande aanmelding of fouillering voor toeschouwers. Wel zijn er extra agenten aanwezig en zijn er diverse veiligheidsmaatregelen genomen. De Dam kan maximaal 20.000 mensen herbergen.

De plechtigheid bij het Nationaal Monument begint gepland om 19.50 uur. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima leggen traditiegetrouw de eerste bloemenkrans en trompettist Richard Visser speelt de taptoe. Hierna volgen twee minuten stilte ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust.

Na het stiltemoment zal de 14-jarige Marijn van der Wilk uit Lochem een zelfgeschreven tekst voordragen over kleine vormen van verzet tijdens de oorlog. Premier Schoof zal vervolgens een toespraak houden. Het is gebruikelijk dat de premier eens in de vijf jaar spreekt tijdens de dodenherdenking.

Eerder op de dag sprak burgemeester Halsema tijdens een stille tocht door de hoofdstad. Op het Museumplein herdacht ze de meer dan 100.000 Nederlandse Joden, Roma en Sinti die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Ze benadrukte het belang om niet weg te kijken bij oorlogen die momenteel plaatsvinden.

"Nooit meer' mag geen politieke leus zijn die selectief wordt toegepast", aldus Halsema. "We mogen niet toekijken terwijl moeders en kinderen sterven door bombardementen, honger lijden en steden veranderen in ruïnes."

Vorig jaar werden er veel minder deelnemers toegelaten tot de herdenking vanwege toenemende maatschappelijke spanningen. Uiteindelijk kwamen er slechts zo'n 4000 mensen opdagen, ver onder de limiet van 10.000 die was gesteld. Naast strengere veiligheidsmaatregelen speelde ook het regenachtige weer een rol.

Op verscheidene plekken in het land vonden gisteren al herdenkingen plaats, aangezien de Nationale Herdenking op een zondag valt. In gemeenten zoals Urk, Staphorst en Arnemuiden, waar voornamelijk christenen wonen, wilde men de zondagsrust niet verstoren.